Het is vrijdag 28 oktober 2022. Via het contactformulier op de website wordt een verzoek ingediend voor een vrijblijvend gesprek, om de mogelijkheden voor een begrafenis door te nemen. Telefonisch maak ik een afspraak en een week later, op 4 november, word ik hartelijk ontvangen door Anje.
Anje is al enige tijd ziek, heeft diverse behandelingen ondergaan, maar inmiddels is duidelijk geworden dat genezing geen optie meer is. De inschatting van de arts is dat ze nog maximaal twee jaar te leven heeft, maar bij de pakken neer zitten doet ze niet. Daar is ze het type niet naar.
Spijkers met koppen
Vóór mij, in het bed in de woonkamer, zit een sterke vrouw. Een vrouw die goed weet wat ze wil en wat ze niet wil. Een vrouw die graag de touwtjes in handen heeft en haar naasten wil ontzien in de periode rondom het overlijden. Een vrouw die in humor met een zwart randje een manier heeft om met deze situatie om te gaan.
Het contact is prettig en het vrijblijvende gesprek wordt al gauw concreet. Er staat een afspraak gepland op de natuurbegraafplaats om een graf uit te zoeken, ze heeft een duidelijk idee voor haar uitvaartkist en de rouwauto en als ik wegga, staat het afscheid in grote lijnen in de steigers.
Wachten op de dood
In de weken en maanden erna zoek ik nog het één en ander voor haar uit en worden de plannen bijgeschaafd. Ondertussen houdt Anje mij en haar omgeving op de hoogte van hoe het met haar gaat. Ze schrijft over de behandelingen die ze krijgt en welk effect die op haar hebben. Over bezoeken aan het ziekenhuis, de chemo en het bestaan in een niemandsland tussen leven en dood. Het wachten op de dood.
Op 2 november 2023, bijna een jaar na onze eerste kennismaking, mailt ze me. De chemo werkt niet meer en ze is overgegaan op hormoontherapie. Of dat werkt, wordt echter pas in januari duidelijk, schrijft ze. Met het ingaan van deze nieuwe fase, is ze weer wat meer bezig met haar overlijden en de begrafenis daarna. Omdat haar wensen gaandeweg wat veranderd zijn, vraagt ze me een nieuwe WensenGids op te sturen.
Een laatste weerzien
Anderhalve maand later blijkt echter al dat de hormoontherapie niet aanslaat. Anje gaat hard achteruit en een goede vriendin van haar mailt me, omdat ze heeft aangegeven graag nog een keer alles door te nemen. Enkele dagen voor Kerst loop ik het ziekenhuis binnen, neem de trap naar de juiste verdieping en ga op zoek naar Anje.
Ik loop langs een openstaande deur, controleer het kamernummer en word begroet door de vrouw die in bed ligt. Het is Anje, zie ik nu. Ik schrik ervan hoeveel ze heeft ingeleverd, van het verschil met de vrouw die ik een jaar eerder ontmoette en het feit dat ik haar bijna niet herkende.
Maar als ze begint te praten, is het weer de Anje die ik heb leren kennen. Ze is vastbesloten de regie te voeren en wil tot het eind haar kinderen ontzorgen. Opnieuw nemen we alles door en wanneer we afscheid nemen, weet ik dat we elkaar niet meer bij leven zullen zien.
Naar huis
Een dag later heb ik een afspraak met haar dochter. Het is een goed gesprek en ook hier is er een klik. Ik hoor dat Anje een dag later waarschijnlijk naar huis mag, om daar nog één keer Kerst te vieren.
Twee dagen later, net voor Kerst, komt ze thuis te overlijden. Met haar naasten neem ik de besproken wensen door en we vullen ze aan met de wensen van de kinderen. Zo werken we samen naar de dag van het afscheid toe.
Het wordt een mooi samenzijn op de natuurbegraafplaats, precies zoals Anje het wilde. En aan het eind, wanneer de gasten naar huis gaan, krijgen ze nog een herinnering met een bemoedigende boodschap mee. Voor ieder van hen heeft Anje een vogeltje gebreid, ruim honderd stuks in totaal, met daaraan een kaartje met haar mantra: ‘Alles komt goed…’
Deze column is geschreven door Koen Mensink en wordt gedeeld met toestemming van de nabestaanden.
Foto’s zijn gemaakt door Annemieke Nierop (ByMiek Fotografie)